De voormalige zakenpartner van Patricia Paay hoeft haar claim van ruim een ton niet te betalen in de ‘pantyruzie’.
Dat oordeelde de rechtbank in Haarlem in een donderdag gepubliceerd vervroegd vonnis.
Paay verbond haar naam aan de pantylijn LaPaay van het bedrijf OVG Textiles van ondernemer Maarten Oostvogel, maar de samenwerking liep vorig jaar spaak na een ruzie.
Paay zegt nog veel geld van hem tegoed te hebben. De rechtbank liet weten de vordering tot betaling van 108.000 euro “niet toewijsbaar” te achten. Wel heeft ze recht op 7,5 procent van de omzet die het bedrijf met de verkoop van LaPaay-producten heeft behaald.
Het is niet duidelijk om hoeveel geld dat gaat. Ook wordt er een deskundige aangewezen die de boeken van OVG Textiles gaat bekijken om te bepalen of er meer is omgezet dan haar is verteld.
Oostvogels bedrijf en Paay kwamen in 2015 mondeling overeen dat het bedrijf ondergoed en panty’s onder de naam LaPaay zou verkopen. Paay zou op haar beurt promotieactiviteiten voor de producten verrichten. De zaak diende eind februari achter gesloten deuren. Aanvankelijk zou op 12 april uitspraak volgen.
Het zakelijk geschil kwam in de belangstelling na een uitgelekte seksvideo van Paay. Zij heeft gesuggereerd dat Oostvogel iets te maken heeft met de verspreiding van die tape. Hij ontkent dat.